Iedere jaarwisseling brengt de nodige wijzigingen met zich mee. Onze redactie vat de belangrijkste evoluties voor lokale besturen voor u samen.
-
Verhoging fietsvergoeding
Personeelsleden die met de fiets naar en van het werk komen, krijgen een fietsvergoeding per effectief gefietste kilometer woon-werkverkeer. De toegelaten fietsvergoeding stijgt vanaf 1 januari 2024 van 0,27 naar 0,35 euro. Ook de randvoorwaarden werden reeds vastgelegd.
Ontdek hier de randvoorwaarden.
-
Nieuwe regels voor de verrekening van het enkel vertrekvakantiegeld
Medewerkers die in dienst komen bij een lokaal bestuur en voordien elders hebben gewerkt, overhandigen bij hun indiensttreding vaak een vakantieattest uit dienst. Besturen die de vakantieregeling privésector toepassen, moeten aan de hand van dit vakantieattest uit dienst een verrekening uitvoeren.
Vanaf 1 januari 2024 verandert de werkwijze van de verrekening van het enkel vertrekvakantiegeld. Lokale besturen zijn dan ook verplicht om hun medewerkers te informeren over de verrekeningsregels.
In deze bijdrage vindt u het hoe en waarom van de nieuwe regels.
-
Wijziging aan de regeling van de jaarlijkse vakantie
Tijdens of voor het begin van de vakantie ziek worden: we vermijden dit liever, maar soms gebeurt het wel. Op vlak van regelgeving zijn er duidelijk afgebakende en nieuwe regels vanaf 1 januari 2024 rond het opnemen en overdragen van vakantiedagen in geval van ziekte of andere afwezigheden.
Lees hier alles over de nieuwe regels.
-
Verhoogde werkhervattingspremie
Lokale besturen die sinds 1 april 2023 arbeidsongeschikte werknemers tewerkstellen die met toestemming van de adviserend arts gedurende minstens drie maanden het werk progressief hervatten, konden een werkhervattingspremie aanvragen ter waarde van 1.000 euro. Deze maatregel loopt tot 31 maart 2025 en zal dan eventueel verlengd worden.
Met ingang van 1 januari 2024 wordt de werkhervattingspremie verhoogd naar 1.750 euro. Deze verhoogde premie wordt toegekend wanneer de werkhervatting ten vroegste gestart is op 1 januari 2024.
Hier vindt u de voorwaarden en modaliteiten.
-
Meenemen van mobiel nummer bij einde tewerkstelling
Tijdens een tewerkstelling krijgen medewerkers soms een voordeel, zoals een GSM/smartphone en een abonnement. Indien de medewerker op dat ogenblik al een eigen mobiel nummer heeft, wil hij soms dit nummer behouden. Deze manier van werken heeft soms de voorkeur boven het werken met twee SIM-kaarten of met twee afzonderlijke smartphones. Medewerkers die hun eigen mobiel nummer ter beschikking stellen van het bestuur, kunnen ervoor kiezen om dit mee te nemen wanneer ze het bestuur verlaten. Hier zijn wel een aantal formaliteiten aan verbonden.
Vanaf 1 januari 2024 is een bestuur verplicht om het telefoonnummer terug te geven aan de medewerker indien hij hierom verzoekt. Er is een wet die deze verplichting inschrijft voor de contractuele medewerkers, maar niets belet om deze regels ook toe te passen op statutaire personeelsleden.
-
Wijzigingen in het kader van de transparantiewet over het aanvullend pensioen
De Transparantiewet van 2 februari 2023 heeft als doel werknemers beter te informeren over hun aanvullend pensioen, opgebouwd via hun werkgever. Deze wet richt zich op de tweede van de drie Belgische pensioenpijlers, naast het wettelijk pensioen van de overheid en persoonlijk pensioensparen. De wet introduceert belangrijke wijzigingen om de transparantie en begrijpelijkheid van pensioenregelingen te vergroten.
De kernwijzigingen omvatten het uniformiseren van informatieverplichtingen voor zowel pensioenfondsen als verzekeraars. Het jaarlijkse pensioenoverzicht, beheerd door Sigedis, wordt vereenvoudigd en omvat essentiële informatie zoals opgebouwd kapitaal, geschatte pensioenwaarde onder verschillende scenario's, en overlijdenskapitaal.
Daarnaast introduceert de wet een nieuwe uitbetalingsprocedure bij zowel pensionering als overlijden, waarbij pensioeninstellingen binnen vastgestelde termijnen voorstellen moeten doen en uitbetalen, met de mogelijkheid van nalatigheidsintresten bij niet-naleving.
-
Aanpassing van de drempelwaarden voor overheidsopdrachten
In de regelgeving overheidsopdrachten zijn drempelwaarden opgenomen. Voor opdrachten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger dan die drempels, geldt de Europese bekendmaking.
Bij gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2495 van de Commissie van 15 november 2023 (gepubliceerd 16/11/2023) werd de Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten gewijzigd wat de drempels betreft voor overheidsopdrachten voor leveringen, diensten en werken, en prijsvragen, en dit met ingang van 1 januari 2024.
De nieuwe bedragen zijn 5.538.000 euro voor opdrachten voor werken en 221.000 euro voor overheidsopdrachten voor leveringen en diensten en voor de prijsvragen. Deze bedragen zijn exclusief btw.
Een drempel die in beginsel van toepassing is voor overheidsopdrachten voor leveringen en voor diensten geplaatst door onder meer de federale aanbestedende overheden, wordt eveneens gewijzigd, nl. 143.000 euro, exclusief btw. Die drempel is belangrijk voor lokale besturen omdat de aanbestedende overheid gebruik kan maken van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking wanneer de goed te keuren uitgave lager ligt dan die 143.000 euro.
-
Uitbreiding flexi-jobs
Vanaf 1 januari kunnen gepensioneerden en werknemers die minstens vier vijfde werken bijverdienen in 12 extra sectoren, waaronder sport en cultuur, kinderopvang en onderwijs. Er is nu ook een inkomstenplafond van 12.000 euro per jaar. Op de inkomsten van de flexi-jobs betaalt de werknemer geen belastingen of sociale bijdragen.
Daarbij komt dat hetzelfde barema geldt als voor gewone werknemers uit de sector. Tot nu toe was het minimumloon voor alle flex-werkers 11,81 euro per uur. Vanaf nu kan dat per sector verschillen. De horeca, de populairste sector voor flexi-jobbers, vormt een uitzondering: daar blijft het uurloon 11,81 euro.
Hier vindt u de voorwaarden op een rijtje.
-
EPC niet-residentiële gebouwen
Vanaf 1 januari 2024 moeten alle grote niet-residentiële gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen beschikken over een EPC voor niet-residentiële gebouwen. De publieke gebouweenheden moeten ook aan de uithangplicht voldoen. Daarvoor moet dit EPC op een zichtbare plaats hangen.
-
Sociale huurprijzen
De Vlaamse regering past de huurprijzen voor sociale woningen aan. Wie oorspronkelijk huurde via een sociaal verhuurkantoor, betaalt vanaf 1 januari 50 euro minder. Wie via een sociale huisvestingsmaatschappij huurt, betaalt 6 euro meer.
Het doel van deze maatregel is om het prijsverschil tussen woningen van sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren weg te werken. Het prijsverschil is het gevolg van een verschillende berekeningswijze: bij de sociale huisvestingsmaatschappijen wordt rekening gehouden met inkomen, gezin en de kwaliteit van de woning, wat leidde tot een sociale korting. Bij de sociale verhuurkantoren - waarbij de woonmaatschappij woningen van de private markt verhuurde - wordt de prijs bepaald in overleg met de eigenaar, waarna die een huursubsidie kreeg afhankelijk van het inkomen.
-
Aanbod De Lijn
In het kader van Hoppin, de nieuwe mobiliteitsvisie van de Vlaamse overheid, wijzigt het aanbod van De Lijn ingrijpend. Ongeveer 3.000 haltes, of 17 procent van het totale aantal, worden geschrapt en de routes en namen van verschillende lijnen veranderen. Waar minder of geen reguliere bussen (meer) rijden, moeten reizigers zelf een rit aanvragen met de flexbus (vervanger van de belbus).
-
Rit met deelfiets Blue-bike wordt duurder
De prijs voor een rit met de blauwe deelfiets stijgt van 1,5 naar 2,5 euro voor de eerste 24 uur. De Vlaamse overheid stopt met de derdebetalersregeling voor Blue-bikeklanten, een beslissing die kadert binnen de uitvoering van Basisbereikbaarheid. Daardoor verdwijnt de € 1 tegemoetkoming per rit in steden waar de derdebetalersregeling van toepassing is, wat neerkomt op de meerderheid van de locaties. Op locaties waar het standaardtarief van € 3,5 van toepassing is of waar de stad of gemeente de volledige ritprijs draagt via een derdebetalersregeling (zoals Deinze, Landegem en Ninove) verandert er niets.
-
Extra plaatsen kinderopvang
In 2024 moeten er 5.000 plaatsen bijkomen in de voorschoolse kinderopvang, waarvan zeker 3.000 met de basissubsidie. De overige 2.000 zijn inkomensgerelateerde plaatsen en gaan gepaard met hogere subsidies.
Vanaf 1 januari moet ook het aantal kinderen per begeleider naar beneden. Opvanginitiatieven krijgen drie jaar de tijd om zich aan te passen aan de nieuwe begeleider-kindratio.
De ouderbijdrage wordt met 4 procent geïndexeerd. De nieuwe bijdrage ligt tussen de 6,24 euro en 34,64 euro per dag, afhankelijk van het inkomen.