De agressie tegen lokale politici en ambtenaren vormt een groeiende zorg. Het fenomeen is niet nieuw. Volgens een onderzoek van VVSG in 2017 bij burgemeesters en OCMW-voorzitters kreeg 44% te maken met (in eerste instantie online) agressie. Het lijkt ook sterker bij de overheid. Ongeveer 1 op 7 werknemers in de publieke sector ervaart agressie op het werk (onderzoek IDEWE in 2019). Deze hoge cijfers (ten opzichte van 1 op 9 Belgische werknemers over alle sectoren heen) kunnen wellicht verklaard worden door de specifieke dienstverlenende context van de overheid die bepaalde (soms misplaatste) verwachtingen schept: de boze burger reageert dan nogal absoluut vanuit de principes ‘jullie zijn door ons verkozen’, ‘wij betalen belastingen en hebben recht op dienstverlening’.
Is agressie een onvermijdelijk deel van het bestuurlijk leven en is het dus vooral kwestie om de omvang of de schadelijke gevolgen te beperken? Of komt dit de laatste jaren effectief steeds vaker voor en moet er meer ingezet worden op specifiek beleid rond deze problematiek? Agressie heeft wellicht een grote impact op de veiligheid en het welzijn van politici en ambtenaren en op het klimaat en de kwaliteit van de dienstverlening in lokale besturen.
In deze bijdrage gaan we in op de aard, impact en reacties op deze agressie, gebaseerd op onderzoek en ervaringen uit Vlaanderen en een vergelijking met Nederland.