Zittingen van de gemeenteraad die tot in de vroege uren duren, zijn de laatste jaren schering en inslag. De oeverloze debatten op de gemeenteraad waren dan ook de insteek voor het gebruik van de spreekklok op verschillende gemeenteraden. Anderhalf jaar na het eerste gebruik van de spreekklok in Leuven sprak de MATConnect-redactie (digitaal) af met de voorzitster van de gemeenteraad, Dorien Meulenijzer. Na een duidelijk overzicht over de huidige stand van zaken, worden nog enkele belangrijke tips gegeven aan geïnteresseerde lokale besturen.
Dorien Meulenijzer, voorzitter gemeenteraad Leuven
Waarom werd de spreekklok ingevoerd in de gemeenteraad van Leuven?
Na een periode van 24 jaar Louis Tobback, begon ik in januari 2019 aan mijn mandaat van voorzitster van de gemeenteraad. Voor de eerste keer in bijna een kwarteeuw was de burgemeester niet de voorzitter van de gemeenteraad. Onder meer door de rol van burgemeester en voorzitter te combineren, maar natuurlijk ook door de uitgebreide kennis en ervaring van Louis, overschreden de gemeenteraden vaak de geschatte tijdspanne. Als nieuwe voorzitster heb ik dit momentum aangegrepen om met alle fractievoorzitters – zowel meerderheid als oppositie – een open gesprek te houden. Iedereen kon hun ongezouten mening spuien over de duur van de gemeenteraad. Enerzijds wilde men nog steeds voldoende gehoord worden, maar anderzijds had iedereen wel begrip voor het voorstel van de spreekklok. De meeste raadsleden hebben namelijk een voltijdse job buiten de gemeenteraad. Daarnaast begonnen de nachtelijke vergaderingen ook door te wegen in sommige gezinssituaties. Uiteindelijk hebben we het specifieke voorstel van de spreekklok unaniem kunnen afkloppen en werd deze opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Hoe zien de huidige spreektermijnen eruit?
De bespreking van elk agendapunt verloopt in ten hoogste drie spreektermijnen.
- 7 minuten (maximaal) voor de indiener van het agendapunt, maximaal 7 minuten per tussenkomst van de andere raadsleden en maximaal 7 minuten voor de repliek van het college;
- 3 minuten(maximaal) voor de repliek van de indiener van het agendapunt, maximaal 3 minuten per tussenkomst van de andere raadsleden en maximaal 3 minuten voor een repliek van het college;
- 1 minuut slotwoord voor de indiener van het agendapunt met al dan niet de vraag tot stemming.
De spreektijd voor mondelinge vragen is zowel voor vraag als antwoord beperkt tot 5 minuten. De indiener kan nog een wederwoord formuleren van maximaal 1 minuut. Hierop volgt geen debat of stemming.
Korte actua-vragen mogen ook gesteld worden aan de collegeleden. De spreektijd voor vraag en antwoord is voor elk beperkt tot 3 minuten. Bij actua-vragen is ook geen debat voorzien.
Kunnen de gemeenteraadsleden de spreekklok volgen?
Tijdens de fysieke gemeenteraden – voor corona – projecteerden we via een diaprojector een klok op een projectiescherm in de zaal. Qua grootte en leesbaarheid is dat zeker niet ideaal, maar het stadhuis – waar de gemeenteraad doorgaat – kampt met wat technische beperkingen omwille van de erfgoedwaarde van het gebouw. Ik moet die klok zelfs bedienen vanop een aparte computer met een specifieke licentie.
De spreekklok op de gemeenteraad in Leuven.
Tijdens de huidige digitale gemeenteraden wordt de klok niet geprojecteerd. Ik houd zelf de tijd bij en grijp in waar nodig. Bij de eerste digitale gemeenteraden was dit zeker niet nodig. De raadsleden voelden zich nog niet volledig in hun (digitale) sas, waardoor de gemeenteraden opmerkelijk korter waren. In mei/juni kwam alles weer op gang en werden de debatten ook uitgebreider. Toen hebben we gecommuniceerd naar alle fractievoorzitters dat de spreekklok opnieuw ingevoerd ging worden.
Welke voordelen heeft de spreekklok met zich meegebracht?
De raden zijn meer gestructureerd. Daarnaast is het voor raadsleden ook duidelijker wat wel en niet kan. Ze weten hoelang ze mogen spreken en proberen dan ook hun vraag of punt duidelijk te maken binnen de termijn. Die structuur en duidelijkheid zorgen voor efficiëntere vergaderingen.
Een belangrijk tweede voordeel is natuurlijk de tijdswinst. In tegenstelling tot de vorige legislatuur waarin de gemeenteraden gemiddeld tot 1u30 / 2u30 duurden, sluiten wij meestal af rond 23u30 / 00u30. Toch een verschil van twee uur.
De vaste mogelijkheid voor een tweede spreektermijn is ook nieuw in het huidige systeem. Als compensatie voor de verkorte spreektermijnen kunnen raadsleden nu een extra keer het woord nemen en kunnen ze reageren op vragen van andere raadsleden. Dit was vroeger slechts sporadisch mogelijk.
Op welke moeilijkheden bent u gebotst bij de invoering en het gebruik van de spreekklok?
Zoals reeds gezegd hebben we momenteel nog niet de technologische mogelijkheden om de spreekklok optimaal te gebruiken in het Leuvense stadhuis. De mogelijkheid om een scherm te verankeren, de nodige bedrading en technologie te installeren … zou het gebruik van de spreekklok zeker vergemakkelijken.
Tot nu toe bedien ik de spreekklok zelf – wat naast de bediening van de camera, het op orde houden van de raad, het overlopen van de agenda... een extra uitdaging is. Dit zou ik eventueel kunnen delegeren aan mijn administratie, maar dan mis ik net de feeling met hoever we zitten, wanneer ik moet tussenkomen ...
De spreekklok lost ook niet meteen alle problemen op. In het huidig systeem kunnen de gemeenteraden ook nog steeds uitlopen. In november was er bijvoorbeeld een vergadering die opnieuw tot half drie duurde. Dit omdat er een burgervoorstel geagendeerd stond waarbij veel raadsleden tussenkwamen en ook de groep van burgers de mogelijkheid had tot interpellatie. Wanneer elk punt op de agenda door elke fractie becommentarieerd zou worden, zou de gemeenteraad dus alsnog heel lang duren.
Er moest ook een keuze gemaakt worden over de spreektijden per fractie. We hebben ervoor gekozen om elke fractie, ook al hebben ze 11 à 12 leden of is het net een eenmansfractie, evenveel spreektijd te geven. In verhouding heeft men als eenmansfractie dan meer spreektijd. Het gebeurt echter zelden tot nooit dat er twee of meer personen binnen dezelfde fractie het woord nemen over één agendapunt. Persoonlijk zou ik het ook moeilijk verdedigbaar vinden om kleinere fracties minder spreektijd te geven.
Welke tips zou u, tot slot nog meegeven aan collega’s die de spreekklok willen invoeren in hun gemeenteraad?
Een eerste belangrijke tip is om goed na te denken hoe je de nieuwe technologie van de spreekklok wilt incorporeren in de bestaande infrastructuur. Heeft het gebouw de nodige voorzieningen?
Het is verder heel belangrijk dat de idee van de spreekklok gedragen wordt binnen de hele gemeenteraad en verankerd zit in het huishoudelijk reglement. Door het betrekken van de oppositie creëer je een soort van openheid. Een dergelijke regeling moet niet ingevoerd worden als de raadsleden of oppositie niet akkoord zijn. Indien er meer tijd besteed wordt aan de discussie of er nog mag gesproken worden dan heeft het ook geen zin om het in te voeren.
Denk ook zeker goed na over de spreektermijnen. Meer of minder spreektijd hebben hun voor- en nadelen. Het is de bedoeling om efficiënter en met meer structuur te vergaderen. Pas de spreektijden, in overleg met alle partijen, hierop aan.
Het is tot slot ook belangrijk om als voorzit(s)ter billijk te zijn. Wanneer een raadslid een resem aan vragen stelt, is het niet evident om die allemaal te beantwoorden binnen de 7 minuten. De raadsleden wensen ook een antwoord te krijgen op deze vragen. In dergelijke gevallen geef je het college best wat extra tijd. Voor specifieke thema’s, zoals zware begrotingsbesprekingen, voorzien we ook op voorhand meer tijd dan de vastgelegde 7 minuten.