De raad van bestuur van een autonoom gemeentebedrijf (AGB) heeft de mogelijkheid om een beperkt aantal van diens bevoegdheden te delegeren naar het directiecomité of de gedelegeerd bestuurder. Dienaangaande stelt artikel 236 DLB dat een dergelijke delegatiemogelijkheid wel uitdrukkelijk in de statuten van het AGB moet worden voorzien.
Een delegatie door de raad van bestuur gebeurt in beginsel bij wijze van een schriftelijk besluit en is – binnen de perken van de statuten – mogelijk voor volgende aangelegenheden:
-
Het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel;
-
Het dagelijkse bestuur;
-
De vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur;
-
De voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.
De statuten kunnen bepalen dat het directiecomité of het gedelegeerd bestuur de aan hen toevertrouwde bevoegdheden verder kunnen doordelegeren aan personeelsleden van het autonoom gemeentebedrijf.
Welke bevoegdheden de raad van bestuur allemaal kan delegeren onder de noemer ‘dagelijks bestuur’ is niet verduidelijkt in het Decreet lokaal bestuur, evenmin wordt verduidelijkt welke invulling dit begrip concreet dient te verkrijgen binnen het autonoom gemeentebedrijf. Dit kan in principe opgehelderd worden in de statuten van het AGB. Indien zulks evenwel niet is gebeurd, dan zal het – op basis van diens volheid van bevoegdheid – toekomen aan de raad van bestuur om dit begrip in te vullen. Dienaangaande bevestigde de Raad van State in diens arrest nr. 238.747 van 4 juli 2017 reeds dat het begrip ‘dagelijks bestuur’ binnen de context van een autonoom gemeentebedrijf met enige soepelheid en flexibiliteit benaderd moet worden.
In dit arrest bepaalde de Raad van State meer specifiek het volgende:
“30.3. De decreetgever heeft voorts het begrip ‘dagelijks bestuur’ van een autonoom gemeentebedrijf niet nader gedefinieerd, wat betekent dat het begrip met de nodige soepelheid mag worden benaderd.
Ook in de statuten wordt aan de raad van bestuur overgelaten wat onder ‘dagelijks bestuur’ moet worden begrepen, met dien verstande dat de “vaststelling van de rechtspositieregeling” daar alleszins volgens diezelfde statuten niet onder valt – wat dan weer noodzakelijk tot de conclusie leidt dat het individuele personeelsbeheer niet van dergelijke delegatie is uitgesloten.”
Gelet op het gestelde in dit arrest gaan wij ervan uit dat de raad van bestuur van een AGB evenmin gebonden is door de gemeenrechtelijke definitie van het begrip ‘dagelijks bestuur’, noch door de inhoud van artikel 7:121 WVV.
Indien het AGB actief is in een cultuurpactsector, dan zal het directiecomité zodanig samengesteld moeten worden, dat de regels van het cultuurpact gewaarborgd blijven. In dat geval mag een delegatie naar het directiecomité dus enkel gebeuren indien dit is samengesteld conform één van de beheersvormen van artikel 9 Cultuurpactwet.