Mobiliteit, criminaliteit, klimaat, duurzaamheid, … enkele van de vele uitdagingen waar lokale besturen vandaag mee geconfronteerd worden.Om die uitdagingen het hoofd te bieden wordt veelvuldig naar de zogenaamde “smart city” verwezen.
Een vlag die vele ladingen dekt, doch in het algemeen kan worden samengevat als een stad die informatietechnologie op een slimme manier inzet om het dagelijks leven van haar inwoners efficiënter en leefbaarder te maken.
Het gebruik van informatietechnologie impliceert evenwel de verzameling én verwerking van een immense verzameling aan gegevens: verkeersstromen, nutsvoorzieningen, afvalverwerking, openbare orde en veiligheid … worden gemonitord via sensoren, camera’s, microfoons, trackers, …
Het smart utopia lijkt technologisch elke dag dichterbij te komen, doch rijdt een calvarietocht door een juridisch mijnenveld, waar een confrontatie met de fundamentele (privacy) rechten van burgers achter elke hoek schuilt! Om nog maar te zwijgen van de ethische bedenkingen bij een “Big Brother is watching you” klimaat.
In onderhavig artikel wijzen Willem Mariën, Wouter Rubens en Laura Cuppers u op de voornaamste juridische grenzen én bespreken zij – aan de hand van enkele voorbeelden – enkele knelpunten uit de praktijk.